zondag 5 februari 2017

Voorbij

Met de spanning (klik voor blog) voor Advent eind november  werd de maand december ingeluid.
Een maand waarin alles in het leven van J in het teken stond van het vuurwerk. Bij elk hard geluid, of het nu een rollende container of een dichtslaande deur was, schoot hij omhoog om met grote angstige ogen te vragen of dat vuurwerk was.
Hij week niet van mijn zijde.
Waar ik ook was in huis, hij kwam achter me aan.
Eigenlijk was hij continue angstig.
En was ik in die situaties iedere keer aan het uitleggen wat voor geluid we hadden gehoord. Dat het geen vuurwerk was. En als dat het wel was, dat het vast snel weer weg zou zijn.

We bedachten een affirmatie.
'Ik ben veilig. Het is maar papier. We gaan niet dood. Mama is bij me'.
We herhaalden en herhaalden.

Ik werd benaderd door een journalist van RTL online weekend magazine. Of ze me mocht interviewen voor een artikel over angst voor vuurwerk. We moesten dan ook een foto aanleveren. Ik vertelde het J. Hij heeft een hekel aan foto's maken. Maar ik legde uit waarvoor het was en hij vroeg me of dat artikel kon helpen bij het afschaffen van vuurwerk. En dan wilde hij het wel doen.
Het vuurwerk beheerst zijn leven. In alle facetten.

De angst voor vuurwerk in mijn huis was groter dan in het huis van papa. Mijn huis is gehorig, hij is er nog niet volledig aan gewend. Papa zou er met oudjaar niet zijn, dus gingen we in het huis van papa oudjaar vieren.
Wat dat voor mezelf zou betekenen, daar heb ik eigenlijk nooit bij stil gestaan.
Zijn angst beheerst ook ons leven. Omdat je het voor hem wil verlichten, wil beperken.
Wat er ook voor nodig is.

Overdag zoeken we het buiten de deur. In de Efteling is geen vuurwerk, genoeg afleiding. We maken er een fijne dag van. Als de avond valt heeft hij daar in het park even zijn gehoorbeschermers op. Van de uitgang naar de auto duikt hij onder mijn jas. We reserveren in een restaurant een tafeltje zo ver mogelijk van het raam. Op deze manier afleiding zoeken zorgt ervoor dat de avond in huis (en dus blootstelling aan knallen) korter duurt.

Bij thuiskomst neemt hij onmiddellijk zijn plekje op de bank in. Oordopjes met muziek op vol volume, gehoorbeschermers er over heen. 1,2,3 dekens over zijn hoofd.
Soms moet ik hem even lucht geven, hij drijft van het zweet.
Zo tellen we de klok af tot 00.00 uur

En ik?
Ik zit naast hem, maak fysiek contact. Ik ben er voor jou jongen. We kennen dit ritueel. Ik accepteer dat dit de manier is om deze tijd door te komen.
Maar ik heb nog een kind. En ik kan me niet in tweeën splitsen. Weer die keuze. Die twijfel. Ik probeer voor Zus gezelligheid te creëren. We zitten naast J (die ons niet ziet of hoort) gezellig grapjes te maken van de dingen op tv of spelletjes op de telefoon.

Als het 0.00 uur is wil zij ook even vuurwerk kijken.
Met mij. Ik probeer het even. Hem los te laten, hij kan toch wel eventjes alleen op de bank?
Maar hij begint onmiddellijk te gillen als hij merkt dat ik even opsta. Zus kijkt nog even alleen, maar komt dan ook.
Hij gaat onder de douche. Als het ergste voorbij is, liggen we met zijn drieën in het bed van papa. Het bed wat eerst ook mijn bed was. Ik moet even slikken maar verdring die gedachte. Ik heb de twee allerbelangrijkste persoontjes van mijn leven naast mij. Wat heb ik nog te wensen?

Na oudjaar is het nog niet over. De angst lijkt gegroeid. Bij kleine knallen heerst haast dezelfde paniek als oudejaarsavond. De gordijnen moeten dicht omdat de koplampen van auto's lijken op flitsen. En met de weken in januari verdwijnt die heftige angst gelukkig. Steeds een beetje beter gaat het met hem. De angst vloeit weg, is er soms nog wel, maar steeds vaker niet meer.

En vanmiddag zet hij muziek op. En hij danst. En danst. En danst...........
In zijn eigen wereld.
Vol aan het genieten.
Angstvrij.

En ik weet: Het is weer voorbij!