Ik roep zijn naam, overdreven hard door de gang.
Ik betast het hoopje, til de bruine handdoek een stukje op en zeg verbaasd: "Oooh, hier zit je!!"
J springt enthousiast onder zijn handdoek vandaan en kijkt me vragend aan: "Hoe weet je nou dat ik daar zit?"
Bijna 8 is hij. Een grote flinke jongen.
Vlot om te zien. Snelle babbel, spontaan.
Het is moeilijk om daar doorheen te kijken.
Achter dat vrolijke gezicht zit een jongen die het vaak niet weet.
Een jongen die gefrustreerd raakt van zichzelf.
De chaos van ADHD, de angsten en overprikkeling van autisme, zijn onvermogen door zijn lage performale intelligentie maar vanwege een gemiddeld verbale intelligentie wel weten hoe het eigenlijk moet. En maar al te goed beseffen dat het hem dus niet lukt.
Het is het jongetje dat maar geen regels en afspraken krijgt aangeleerd.
Denkt dat de hele wereld om hem draait maar toch ook kan vragen hoe het met je gaat als je ziek bent.
Het jongetje dat al binnen 10 min. nadat hij wakker wordt het bloed onder je nagels vandaan haalt en je een voorwerp naar je hoofd gooit omdat hij boos is.
Op wie? Op wat? Waarom? Meestal weten we het echt niet.
Hij kan reageren als een peuter omdat hij niet op de knop mag drukken in de trein.
Maar de klap die hij je vervolgens geeft komt aan met de kracht van een jongen van 10 jaar.
Hij kan de hele boel bij elkaar schreeuwen omdat hij het er niet mee eens is dat hij naar binnen moet maar hij kan wel makkelijk zijn speelgoed delen als zijn zus verdrietig reageert.
Verschillende ontwikkelingsfasen binnen 1 leeftijd. Dat maakt het zo ongelooflijk ingewikkeld.
Het is een puzzel die je nooit helemaal af krijgt. Die weer in 1000 stukjes uit elkaar valt als je denkt er bijna te zijn.
En dan kun je weer opnieuw beginnen.
"Als je autisme begrijpt, begrijp je de hele wereld", zegt Martine Delfos.
En ze heeft gelijk!
Hij drijft ons soms tot wanhoop, met zijn agressieve uitlatingen, zijn onrust, het niet luisteren.
We moeten elkaar helpen en ondersteunen om het vol te houden. Elkaar steeds opnieuw zeggen, hij weet het niet, het is onmacht, hij heeft het moeilijk, het is zijn beperking.
We moeten het blijven herhalen omdat je jezelf anders verliest en daardoor hem ook. Omdat je soms letterlijk overkookt en het fijn is als hij naar school gaat of even logeert.
En dan belt hij tijdens zo'n logeerpartij via face time.
Zijn grote bruine ogen in de camera, stekels in de gel, opgewekte open blik.
Handkusjes, mama ik mis je, en een kus voor zijn zus.
Mijn hart loopt over. Ik ben weer helemaal verliefd.
Mijn grote, kleine jongen.
In de badkamer leg ik uit hoe het komt dat ik weet dat hij het was, daar onder die handdoek. Zijn hersens werken op volle toeren. Hij zegt ooooooh.....maar ik zie dat hij het niet begrijpt. Morgen spelen we gewoon weer verstoppertje.
Dan zit hij vĂ st onder zijn dekbed en verwondert zich opnieuw als ik hem vind.