Over 2 maanden is hij 11 jaar.
En dat zie je aan zijn lijf.
Hij begint een echte puber te worden. Groot en sterk en met jeugdpuistjes.
Ook in zijn gedrag begin je het te merken.
‘s Avonds gaat hij in de kamer staan en zegt: "Noppes", als je wil dat hij gaat slapen.
Dan moet je weer puzzelen en improviseren en proberen geduldig te zijn, wat niet altijd lukt natuurlijk. Hij gebruikt scheldwoorden die hij ergens hoort maar waarvan hij de betekenis niet kent. Hij gaat overal over in discussie. Hij roept dat hij naar papa gaat als hij bij mama is en andersom. Loopt dan soms ook gewoon de deur uit. (en komt vervolgens wel weer terug) Hij is sterk, zit soms vol frustratie. Als dingen niet gaan zoals hij wil. Als het in de taxibus niet goed ging. Als zijn medepassagiers hem hebben uitgescholden of gepest. En de taxichauffeur dat, ondanks klachten naar de vervoersmaatschappij, niet de kop in heeft kunnen drukken.
Dan komt hij baldadig roepend de straat in lopen, slaat hard op de deur en moet hij (soms onder dwang) begrensd worden zodat hij weer terug kan komen in zijn eigen lijf.
Gelukkig lijkt de fysieke agressie wat minder te worden. Het slaan en schoppen van zijn moeder, zijn zus.
Maar hij moet zich toch ontladen en heeft nu iets ‘nieuws’. Hij gilt.
Hij gilt op een volle kermis, of in een druk restaurant. In een speeltuin of op het schoolplein van zijn zusje.
Menig geïrriteerde blik tot gevolg.
Ik begrijp het wel. Als je niet beter weet.
Je ziet zo’n grote gezonde jongen. En die gaat opeens keihard staan gillen.
En dan een moeder ernaast die hem rustig benadert en hem niet volgens ‘de norm’ een standje geeft (ja echt, het lukt me steeds beter :-) ).
Maar ook ik vergis me zo vaak in hem. Die flinke jongen.
Die je denkt ook zo te kunnen benaderen, als een grote vent.
Maar dan wil je dat hij in de keuken even op zijn tablet alleen blijft en komt hij je overal in huis achterna lopen omdat hij dicht bij je wil blijven.
Of hij kan niet slapen omdat hij de volgende dag naar de kermis gaat. De angst voor regen of onweer. Het niet kunnen slapen zonder knuffel en het te lastig vinden om zich altijd zelf af te drogen en aan te kleden. Eten zonder knoeien of spelen is een enorme opgave en in de straat zijn z’n beste vriendjes 4 en 5 jaar oud. Hij vindt het vervelend om zijn neus te snuiten. Een snottebel wordt alleen weggeveegd als ik hem daarop wijs.
En dan het afgeleid zijn, de fieps, het slaan op tafel, het overdreven lachen bij een filmpje, zichzelf niet kunnen vermaken. De pianoleraar die knuffels naar zijn hoofd krijgt en we serieus moeten overwegen te stoppen met de lessen.
Maar ik vergis me ook vaak de andere kant op.
Dan blijkt ie op bepaalde gebieden ineens toch al zelfstandig te zijn. Zolang hij maar niet overprikkeld is.
Dan heeft ie ineens zijn kamer opgeruimd. Of een mooie tekening op zijn krijtbord gemaakt. Of hij doet zo ongelooflijk lief tegen zijn zusje. Dan is het echt een grote broer.
En hij ontwikkelt zich echt wel. De juf zegt dat hij groeit en we mogen verwachten dat hij best zelfstandig kan worden, zichzelf zal kunnen redden later.
Het duurt alleen wat langer. Hij neemt een omweg.
Eentje met wat zijweggetjes.
En een hindernisje zo nu en dan.
Van de week was het mooi weer. En stelde hij ineens voor om nog te gaan wandelen in de buurt. Na het eten. Iets wat we normaal nooit doen. Op dat tijdstip blijft hij eigenlijk altijd op zijn tablet tot de thee met koekje en het voorlezen voor het slapen.
Natuurlijk zijn we gegaan. Ik laat me dat geen twee keer vragen.
En het was heerlijk.
Hij was prikkelvrij. Opgewekt. Ontspannen. Helemaal bij zichzelf.
In staat om te verbinden vanuit zijn eigen puurheid.
Op dat soort momenten ervaar ik dat we er wel komen met zijn allen.
Ieder van ons gezin bewandelt zijn eigen pad, soms ver uit elkaar, maar toch altijd weer samen.