zaterdag 25 oktober 2014

Anders

'J kwam vanochtend erg gespannen binnen. Hij is tijdens de rekenlessen in het speellokaal geweest om te spelen met de matten. Dit deed hem zichtbaar goed. De rest vd dag ging prima.'

Dit was wat in zijn heen-en-weer schriftje stond toen hij uit school kwam.
Het was nieuw voor ons.
Nog niet eerder hoorden we dat er spanning werd gesignaleerd op school. Zeker niet al meteen bij binnenkomst.
Het was na de week dat we ervoor kozen hem wat extra rust te gunnen.

Het ging niet goed.
Van slecht slapen naar vroeg wakker, naar overprikkeld raken van vermoeidheid en daardoor weer slecht inslapen.
De neerwaartse spiraal was ingezet. Een paar weken na de zomervakantie.
Een vakantie waarin we zagen hoe opgewekt en ontspannen hij meestal was.
En daarna ging het dus mis. Er was spanning in huis.
Slecht luisteren, heel veel onrust. Meer agressie, minder van zichzelf.

De rust brachten we door hem een paar keer zelf te brengen en halen, ipv een taxirit. Eerder uit school halen en een ochtend helemaal thuis.
Ik zag dat hij iets nodig had om die neerwaartse spiraal te doorbreken.
Daarna ging het beter en zag ik mijn keuze voor het thuishouden bevestigd.

Blijkbaar zette dit de leerkracht ook aan het denken.
Ze begon op kleinere signalen te letten omdat ze op het eerste oog niet kon zien dat hij het blijkbaar zo zwaar had gehad die eerste weken. Ze leerde hem kennen en zijn spanning te signaleren. Hem op dat moment wat rust te gunnen zodat overvraging minder op de loer ligt.
En dat deed ze dus ook op die ochtend.

Maar ik kon de spanning niet verklaren en we probeerden te ontdekken waar die vandaan kwam.
Overdag waren er de standaard antwoorden; Wil ik niet vertellen, weet ik niet, ik ben moe.
's Avonds vond ik de opening. En sprak hij over muziekles.
De meester die een week eerder had aangekondigd die dag zijn accordeon mee te zullen nemen.
Hij wilde de meester zoveel vragen!
Over hoe dat dan moest met de knopjes. En welk geluid er uit zou komen.
Het was nieuw, anders. Dus spannend. Niet persé negatief. Wel opwindend en onbekend.
En hij had het fantastisch gevonden. Natuurlijk!
Genieten kan hij wel. Intens.
Intens genieten. Intense angst. Intense spanning. Intense boosheid.

Ik dacht dat het daarmee af was. Met die spanning.
Opgelucht vertelde ik hem dat hij morgen niet meer gespannen hoefde te zijn.
Het zou immers een gewone dag worden.
'Maar ik vind het wel spannend,'  zei hij, 'want morgen heb ik gym.'
'Je hebt toch elke week gym?' vroeg ik hem verbaasd.

En het antwoord wat hij toen gaf was voor mij zo simpel en verbazend tegelijk.
Het maakte me in 1 klap weer zo ontzettend alert.
Dat er geen tijd is om achterover te leunen. Dat er voor hem zoveel dingen in de wereld niet vanzelfsprekend zijn.
Hij antwoordde, alsof het voor hem volstrekt logisch was:
'Bij gym doen we toch elke keer weer wat anders!'
En daarmee kwam ik weer een klein stukje dichterbij.

vrijdag 12 september 2014

Regel de regels

"Ben ik misschien tè consequent",  verzuchtte ik eens tegen een van de opvoedondersteuners die ons gezin bezocht.

Het kan zo makkelijk zijn. Ik zie het aan Zus.
Je reageert een poosje consequent, prijst en beloont, legt uit en zegt vooral welk gedrag wél gewenst is.
Zus heeft dan na verloop van tijd de regel in haar systeem, denkt er niet meer over na. De regels zitten in haar dagelijkse doen en laten, ze gaat mee in de gewoonten van ons gezin. Je kunt eens een uitzondering op de regel maken.
Omdat ze snapt waar het om gaat.
En zo nu en dan zoekt ze de grens even op. Om te kijken of alles nog steeds hetzelfde is.
En dat is natuurlijk zo.

Bij J is een regel aanleren een heel ander verhaal.
Consequent zijn, belonen, negeren, stickers, snoepjes, kadootjes, poppetjes, praten, uitleggen, volhouden. We hebben het allemaal gehad en proberen het toch iedere keer weer, bij elke regel in huis.
Sommige regels zijn er al zolang hij oud is. We nemen regels onder de loep, stellen bij, passen aan.
Het zijn de dingen die bij anderen zó vanzelf gaan dat je er niet eens bij stil staat. Bijna dagelijks moet je hem wijzen op de meeste basale afspraken en regels in huis.
En als je hem er naar vraagt weet hij precies hoe het zou moeten.
Hij krijgt het alleen niet voor elkaar.
Moeilijk is het.
Voor hem, voor ons, voor Zus.
Hij komt soms op haar kamer, maakt haar speelgoed kapot.
Roept 's morgens vroeg dat hij iedereen wakker maakt.
Gaat 's avonds op onderzoek uit. Naar zolder, de ouderslaapkamer, de spullen die per ongeluk op de gang staan.
Hij drinkt liters water.....of laat de wasbak overstromen.

Gelukkig gaat het ook vaak goed.
Dan laat hij zien hoe hij het zelf graag wil. Dat zijn impulsen beheersbaar zijn.
Dan ruimt hij ineens zomaar speelgoed op wat voor zijn voeten ligt.
En dan prijs ik hem en is hij zó trots.
Even heeft hij het gewonnen van zijn ADHD.
Hij en wij.
En zijn medicatie.
Maar toch vooral hij.
Want hij weet zo goed hoe het moet.

Gisteravond viel me ineens op dat zijn nachtluier niet in de afvalemmer lag.
Deze is altijd behoorlijk vol en zwaar van de urine. Omdat hij deze eerder verstopt heeft en we daar pas na een paar dagen achter kwamen zul je begrijpen dat ik hem hiervoor toch even wakker wilde maken.
Hij loopt zoals gezegd altijd over de hele verdieping te struinen dus de luier kon overal zijn.
Half in slaap kon hij me vertellen dat de luier onder zijn verkleedkleren lag.
Terwijl ik het vieze ding opdook en de kleren bij elkaar veegde om ze in de was te gooien vroeg ik hem hoe hij er toch bij kwam de luier daar te verstoppen.
"Ik wist niet waar ik hem moest laten", was zijn antwoord.
"Wat dacht je van de afvalemmer, waar hij hoort?"
"Maar, mama",  zei hij ongeduldig alsof ik het allemaal niet snapte, "ik mag mijn kamer toch niet uit?!"

maandag 28 juli 2014

Belofte

Ik deed een belofte.
Niet echt hardop en minder dramatisch dan dat het nu lijkt.
Maar ik deed een belofte. Aan hem.
Het snel groeiende vruchtje in mijn buik.
Het kleine wonder dat zo snel ter wereld kwam dat ik het maar nauwelijks besefte.
De belofte er voor hem te zijn.
Hem te troosten, te helpen en raad te geven. Hem te leren omgaan met angst, verdriet of pijn.
Met die belofte, die misschien ook wel een klein beetje (of heel erg) een verwachting was van mezelf,  vertelde ik hem dat ik een geduldige moeder zou zijn die alle oplossingen voor alle problemen paraat zou hebben.
De belofte vertelde dat het me zou lukken.

Maar waar blijf je met die belofte als je geen oplossingen meer hebt?
Als je niet snapt hoe het hoofd van je kind werkt?
Wat als je alle oplossingen hebt geprobeerd maar het niets verandert aan de situatie.
Ik heb geen oplossing voor zijn onrust. Tenminste niet 1 die het helemaal weg neemt.
Ik heb geen bodemloze trukendoos om hem te helpen zijn angst te reduceren.
Ik heb geen antwoorden op zijn eindeloos op ons afgevuurde vragen, de hele dag door.
Hoe kan ik hem troosten of helpen als hij zich niet LAAT troosten of helpen?
Hoe machteloos voel je je als moeder als je ziet dat het hem niet lukt maar niets meer kunt bedenken om voor hem te doen?

Het was deze belofte waaraan ik dacht toen we van de week op het vakantieadres probeerden hem in slaap te krijgen. 
Toen dat de hele avond niet lukte, hij uiteindelijk bij ons in bed kwam en ik naar hem lag te kijken.
Toen schoot die belofte door mijn hoofd en overviel me het gevoel van falen.
Waarom kan ik dit jongetje op dit moment niet geven wat hij nodig heeft?
Waarom is zijn autisme zo onnavolgbaar dat ik geen vat krijg op zijn gedrag, op zijn onrust, op zijn onzekerheid?
Hoe makkelijk het gaat met zus. Hoe fijn het is om je kind te doorzien. Dat mag ik gelukkig ook ervaren.
Maar dat maakt juist het gemis daarvan bij hem zo groot.
En ik realiseerde me precies op dat moment dat ik die belofte zo vaak niet waar kan maken.

Zij aan zij lagen we in bed.
Ik streelde zijn blote huid.
En ik keek naar zijn onrustige lijf en zijn gesloten ogen terwijl er met een zachte plof een traan op mijn kussen landde.

vrijdag 20 juni 2014

Zwaar Autistisch

"Goh, nou, die is wel echt zwaar autistisch!"  Ze rolde nog net niet met haar ogen.
Het werd me gezegd tijdens een gesprek over een ander kind. Het ging niet over mijn kind.
Mijn kind is immers niet 'zwaar' autistisch.
Toch?

Ik weet eigenlijk niet zeker wat het inhoud. Zwaar autisme.
Alsof er ook licht autisme zou bestaan.
En het woord een aanduiding is voor de graad waarin de zorgintensiteit kan worden gemeten.

Deze graad kennen zorgouders onder elkaar helemaal niet.
In een groep op Facebook waarin zo'n 1500 ouders van kinderen met autisme (of mensen die zelf autisme hebben) zijn verenigd vraagt niemand de ander hoe autistisch zijn/haar kind is.
Of hoe zwaar je de zorg ervaart.
Daar weten alle ouders wat autisme in een gezin kan betekenen en zijn oordelen, etiketten en stigma's woorden die we niet kennen.

Daar post je een wanhoopskreet waarin je roept hoe je ervan baalt dat je je zelfbeheersing hebt verloren en heb je binnen een dag 100 hartverwarmende en begripvolle reacties.
Daar snappen ouders dat het half uurtje met je kind tussen het opstaan en naar school gaan in, net zo slopend kan zijn als een dag werken.
Dan vraagt niemand zich af of je het overdrijft omdat je kind er aan de buitenkant 'licht' autistisch of er 'helemaal niet' autistisch uit ziet.
Daar snappen ouders de trots van andere ouders over ontwikkelingen of behaalde mijlpalen die voor niet-zorgouders zo vanzelfsprekend zijn.
Daar snappen we hoe intens de liefde is die we voelen voor onze kinderen ondanks alle zorgen, strijd, gevechten met de buitenwereld en onze tranen in de donkere uren van de nacht.
Of ons kind nu Autisme, MCDD, PDD-NOS, ODD heeft we hebben aan 1 woord genoeg om elkaar te begrijpen.

Het is fijn om deel uit te maken van zo'n mooie groep mensen.
Mensen die oordelen hebben afgeleerd, die weten dat je niet achter iemands voordeur kunt kijken en je er dus ook geen mening over kunt geven.

Maar er is iets aan de hand met deze groep mensen. Ze voelen zich belazerd en in de steek gelaten. Ondanks alle vechtlust, acties en de petitie die door 100.000 mensen werd ondertekend heeft de regering besloten de transitie jeugdzorg er toch door te drukken. En het wordt een fiasco! Voor ouders is het volstrekt onduidelijk waar ze straks met hun zorgintensieve kind terecht kunnen voor hulp.

Juist nu is het zo belangrijk voor deze ouders dat ze steun krijgen vanuit hun omgeving.
Liefde, warmte, begrip. Dat krijgen we al van elkaar.

Het is nu aan de rest van de wereld om te volgen.

Stap uit je denkkader, verdiep je eens in de ander, je buren, je vriendin, je familie.
Denk niet: "Ach, het valt toch vast wel mee".
Sla een arm om hun schouder en vraag hoe het echt gaat.
Ze hebben behoefte aan begrip en steun.
Niet aan een etiketje of oordeel!!

Heb je in je nabije omgeving te maken met autisme en heb je belangstelling voor de facebookgroep kijk dan op levenmetautisme.com. Schrijf je dan ook meteen even in voor de nieuwsbrief om meer te lezen over autisme en alles wat daarmee te maken heeft.

vrijdag 2 mei 2014

Grote, kleine jongen

Een bewegend bruin hoopje op de badkamervloer.
Ik roep zijn naam, overdreven hard door de gang.
Ik betast het hoopje, til de bruine handdoek een stukje op en zeg verbaasd: "Oooh, hier zit je!!"
J springt enthousiast onder zijn handdoek vandaan en kijkt me vragend aan: "Hoe weet je nou dat ik daar zit?"

Bijna 8 is hij. Een grote flinke jongen.
Vlot om te zien. Snelle babbel, spontaan.
Het is moeilijk om daar doorheen te kijken.
Achter dat vrolijke gezicht zit een jongen die het vaak niet weet.
Een jongen die gefrustreerd raakt van zichzelf.
De chaos van ADHD, de angsten en overprikkeling van autisme, zijn onvermogen door zijn lage performale intelligentie maar vanwege een gemiddeld verbale intelligentie wel weten hoe het eigenlijk moet. En maar al te goed beseffen dat het hem dus niet lukt.
Het is het jongetje dat maar geen regels en afspraken krijgt aangeleerd.
Denkt dat de hele wereld om hem draait maar toch ook kan vragen hoe het met je gaat als je ziek bent.
Het jongetje dat al binnen 10 min. nadat hij wakker wordt het bloed onder je nagels vandaan haalt en je een voorwerp naar je hoofd gooit omdat hij boos is.
Op wie? Op wat? Waarom? Meestal weten we het echt niet.
Hij kan reageren als een peuter omdat hij niet op de knop mag drukken in de trein.
Maar de klap die hij je vervolgens geeft komt aan met de kracht van een jongen van 10 jaar.
Hij kan de hele boel bij elkaar schreeuwen omdat hij het er niet mee eens is dat hij naar binnen moet maar hij kan wel makkelijk zijn speelgoed delen als zijn zus verdrietig reageert.

Verschillende ontwikkelingsfasen binnen 1 leeftijd. Dat maakt het zo ongelooflijk ingewikkeld.
Het is een puzzel die je nooit helemaal af krijgt. Die weer in 1000 stukjes uit elkaar valt als je denkt er bijna te zijn.
En dan kun je weer opnieuw beginnen.
"Als je autisme begrijpt, begrijp je de hele wereld", zegt Martine Delfos.
En ze heeft gelijk!

Hij drijft ons soms tot wanhoop, met zijn agressieve uitlatingen, zijn onrust, het niet luisteren.
We moeten elkaar helpen en ondersteunen om het vol te houden. Elkaar steeds opnieuw zeggen, hij weet het niet, het is onmacht, hij heeft het moeilijk, het is zijn beperking.
We moeten het blijven herhalen omdat je jezelf anders verliest en daardoor hem ook. Omdat je soms letterlijk overkookt en het fijn is als hij naar school gaat of even logeert.

En dan belt hij tijdens zo'n logeerpartij via face time.
Zijn grote bruine ogen in de camera, stekels in de gel, opgewekte open blik.
Handkusjes, mama ik mis je, en een kus voor zijn zus.
Mijn hart loopt over. Ik ben weer helemaal verliefd.
Mijn grote, kleine jongen.

In de badkamer leg ik uit hoe het komt dat ik weet dat hij het was, daar onder die handdoek. Zijn hersens werken op volle toeren. Hij zegt ooooooh.....maar ik zie dat hij het niet begrijpt. Morgen spelen we gewoon weer verstoppertje.
Dan zit hij vàst onder zijn dekbed en verwondert zich opnieuw als ik hem vind.

woensdag 26 februari 2014

Gouden randje

Het was mis vandaag. Heel erg mis.
Niet benaderbaar. Niets willen. Druk. Ongeleid. Ongeconcentreerd.

Achteraf gezien begon het al op zondag toen we naar de bioscoop waren geweest. Al meteen daarna wisten we dat dit voorlopig de laatste keer zou zijn.
Te lang moeten zitten, te veel prikkels.
Op de terugweg trapte hij bijna de achterkant van de bestuurdersstoel kapot.
De volgende dag was er meteen school, na een week vakantie. En aansluitend activiteit op de groep.
Gisteren was hij eigenlijk al moe. Zat hij langere tijd in 'rood'.

Vandaag moest hij naar de tandarts. Dit ging tot nu toe altijd goed.
Niets moet. Tandarts doet het goed. Geen dwang.
De laatste keer ging hij ook weer op de stoel liggen. Mondje open. Tandarts kijkt alleen. Doet verder niets.
Alleen prijzen. Voor zijn moed. Dat natuurlijk wel.

Maar bij het vooruitzicht van de tandarts was er meteen niets meer met hem te doen. De begeleidster van Handje Helpen kreeg hem tot niets. Het lukte papa ook niet.
Papa vertelt hem precies wat er gaat gebeuren bij de tandarts. Net als de vorige keer.
Je hoeft niet als je niet wil.
Het helpt niets. Hij blijft in 'rood'. De hele middag.
Bij de tandarts blijft hij zitten. Zus gaat en papa gaat. Maar J niet.
Hij wijst naar een instrument op het paneel. Dat de tandarts dat de vorige keer gebruikte en hij dat niet fijn vond.
De tandarts herinnert het zich niet. Papa evenmin.

Na het bezoek is hij even terug in oranje. De televisie helpt. Hij rommelt wat rond.
Maar bij het eten schiet hij weer in rood. Zijn zelf gekozen spinazie is niet in trek. Hij gooit met spullen, zegt onaardige dingen.
Hij heeft het zo moeilijk!
Ik zeg tegen hem dat ik zie dat het niet lukt. En dat er dingen gebeuren die hij niet wil.
Ik vraag wat hem kan helpen bij het eten. Hij heeft zelf voor spinazie gekozen en bovendien wil hij wel graag een toetje verdienen. Hij wil eten bij mij. Bij mij op schoot. Ik vind het best.
Hij komt bij me zitten en ik voel hoe hij rustig wordt.
Samen eten we onze spinazie.

En dan ontstaat er iets moois.
Een gesprek tussen ons.
Ik stel mijn vragen net een beetje anders. Open. En neutraal.
En mijn mond valt open van verbazing als ik hoor wat dit ventje allemaal kan vertellen als antwoord op mijn vragen.
Dat hij zo boos is. Boos als wij boos op hem zijn. Dat hij op school ook boos wordt maar dat hij zich daar in kan houden. Dat zijn boosheid dan in zijn benen gaat zitten. En dat hij halverwege zijn buik een deurtje heeft om de boosheid op te sluiten.
Samen komen we tot de conclusie dat die boosheid er dan thuis uit komt. Hij zegt dat de boosheid vervolgens in een bakje op zijn hoofd zit.
Ik vertel dat iedereen wel eens boos is. Maar dat mensen er op een andere manier mee omgaan.
Ik vertel van een situatie waarin ik zelf boos werd en wat ik deed om die boosheid kwijt te raken. Hij is verbaasd als ik zeg dat de boosheid nu weg is. Weggewaaid.
Soms kan het helpen om gewoon te zeggen, ik ben boos!
Ik vertel hem ook dat ik graag zou willen nadenken over hoe we zijn boosheid kunnen laten wegwaaien. Maar dat ik het niet meteen weet. Dat ik er over na zal denken en hem erbij zal helpen. Omdat ik zie dat hij het graag anders wil.

Zijn boosheid van vandaag komt door de tandarts. Hij is boos omdat hij naar de tandarts moest. We vinden samen uit dat hij niet naar de tandarts wilde omdat hij het spannend vond. Dan begint hij na een vraag weer over het apparaatje. Dat de tandarts dat de laatste keer heeft gebruikt. Het was een slangetje en smaakte naar tandpasta. Hij vond het vervelend.
Meer dan vervelend, blijkbaar.
We bespreken samen hoe of wat en ik stel voor om een nieuwe afspraak met de tandarts te maken. En dat we hem zeggen dat hij geen apparaatje of vingers gebruikt en dat J bij mij op schoot wil zitten. .
Ik weet zeker dat de tandarts dat goed vindt. J vindt het een goed idee. Is zichtbaar opgelucht.
Daarna volgt stilte. Beide best moe van dit intensieve gesprek.

En ik bedenk hoe prachtig dit is. Hoeveel verbinding hier tot stand kwam. Hoeveel waardevolle informatie hij me gaf. Informatie waar ik mee aan de slag kan gaan. Om hem te helpen. Hem te helpen het goed te doen.
En ik bedenk hoe fijn het is dat een dag die zo moeizaam verliep zo'n mooi gouden randje kreeg.


maandag 3 februari 2014

Help! We hebben hulp nodig.

Het klonk te zot voor woorden. Drie jaar geleden. Het voorstel voor meer hulp om ons te ontlasten. Want was het niet te zwaar voor ons?
We wilden er niets van weten.
Pff, een PGB dat was toch voor mensen die het echt nodig hadden?
Logeren in het weekend? We konden opa en oma toch zo nu en dan wel vragen.

Het is ons kind. Dan zullen wij ook voor hem moeten zorgen. Buiten dat, wat is er nog aan als die druktemaker ieder weekend uit logeren is. We zouden hem te zeer gaan missen.
Nee, wij redden het wel.

Beslissing was dus genomen. Opvoedondersteuning, prima. Gesprekje voor mama bij een psychologe, zinvol. Thuisobservatie, ook best. Maar altijd als doel om ons te helpen, zodat wij het uit eigen kracht weer voor elkaar konden krijgen. Met hulp van ouders en schoonouders. Onmisbaar.

Vorig jaar rond deze tijd begonnen we de zoektocht naar meer begeleiding voor zoon.
Hij had begeleiding en vrije tijdsbesteding nodig die wij hem niet langer konden bieden. Daarnaast zou het fijn zijn als hij geholpen kon worden bij het aanleren van bepaalde vaardigheden die met ons te veel weerstand opleverde.
Veters strikken, handen wassen, verkeersveilig maken, aankleden.
We gingen de route in voor het aanvragen van een indicatie. Geformuleerd naar wat J nodig had.
En ja, als dat in een groep kon in het weekend dan was het best fijn als wij even op adem konden komen. Aandacht konden besteden aan Zus.
Maar dat kon nooit het doel zijn.
J en zijn ontwikkeling. Daar ging het om.

Na een lang traject kregen we dan uiteindelijk een ZIN-indicatie. Met deze indicatie kun je via geselecteerde zorgaanbieders zorg afnemen. De formulering in de indicatie heette: respijtzorg.
Dat is zorg die we kunnen afnemen ter ontlasting van het gezin.
Het voelde zo onprettig. Dit was juist niet waar we op in hadden gezet. Dit was niet waar het om ging. Maar toch enigszins dankbaar met de verleende zorg gingen we op zoek naar een groepsactiviteit.
Zonder PGB een hele klus. Want veel mooie aanbieders vallen dan gewoon af.

Uiteindelijk vonden we een groepsactiviteit. Hoewel verre van ideaal was het wel zinvol voor zijn ontwikkeldoelen.
Verre van ideaal omdat het op maandag is meteen uit school tot 19.00 uur. Waar we de rest van de week zoveel mogelijk in alle rust willen laten verlopen gaat hij dus nu op maandag al meteen over zijn grens heen.
Maar oké, er wordt aan mooie doelen gewerkt en de begeleiding is super.
Alles voor zijn ontwikkeling.

En ja, het is een verademing om eens alleen met Zus te eten en te merken dat ze heel wat te vertellen heeft.
Het is heerlijk voor Zus om met een vriendinnetje te spelen zonder J eromheen.
Het is heerlijk om je even "vrij" te voelen. Dat je je door het huis kunt begeven zonder dat je met 1 oor of oog in de gaten houdt wat J aan het doen is.

Maar het ophalen is bepaald geen respijtzorg. Eerder een belasting voor het gezin.
We moeten in de spits de binnenstad in. Halen een compleet overprikkeld kind op, medicatie uitgewerkt.
De andere ouder brengt zus naar bed, ruimt de boel op, zet alles klaar.
Om met zijn tweeën J op te kunnen vangen als hij thuis komt.
En als vader een late dienst heeft?
Tja, dan doe je dat dus in je eentje.
Dan sleep je zus mee in de auto, terwijl ze eigenlijk naar bed moet.
Dan zorg je dat alles klaar staat voor je hem gaat ophalen.
Tandpasta op de borstels, gordijnen alvast dicht, zorgen dat er geen spullen liggen die in zijn handen terecht kunnen komen.
Maar goed, we zien dat hij het goed doet op de "club". Dat hij er naar uitkijkt. Dat hij daar leert wat thuis niet lukt.
Alles voor zijn ontwikkeling.

En ondertussen groeit met zijn lijf ook zijn gedrag.
Heeft oma (terecht) aangegeven dat het logeren toch wel erg zwaar begint te worden.
De begeleidster van Handje Helpen kan zijn gedrag soms niet aan.
En wij? Wij eerlijk gezegd ook niet.
We lossen elkaar soms letterlijk af in de zorg voor hem. Als we merken dat de ander over zijn kookpunt begint te raken. Positief en geduldig zijn niet meer lukt.
Zijn ontwikkeling staat voorop.
Maar hij ontwikkelt alleen als wij voor de juiste omstandigheden zorgen.

Over een paar weken moeten we de indicatie gaan verlengen.
En hoe zot het 3 jaar geleden ook klonk en hoe moeilijk ik het nu nog steeds vind.
Wij gaan nu toch voor een PGB.

zondag 26 januari 2014

Omdat....

Omdat hij altijd zorgt voor geklets
Omdat hij met zijn oorkappen op slaapt en hij dan wakker wordt met de afdrukken in zijn wang
Omdat hij slaapt met zijn been over zijn dekbed
Omdat hij mij leerde anders naar de wereld te kijken
Omdat zijn vingertje omhoog gaat en zijn knietjes op en neer zodra hij muziek hoort
Omdat hij dingen onthoudt van toen hij 2 jaar oud was
Omdat hij het ziet als je nieuwe kleren aan hebt en dan zegt: Oh wat heb je mooie kleren aan Mama,
Omdat hij soms spontaan zegt: wat zie jij er netjes uit zeg!
Omdat hij zijn zusje kan aaien en kan zeggen: och, lieve zusje toch.
Omdat hij zo ontzettend hard zijn best doet om braaf te zijn op school
Omdat het hem ook lukt
Omdat hij sociaal is en graag samen speelt
Omdat hij iedereen lief vindt
Omdat ook iedereen hém lief vindt
Omdat hij graag bij andere mensen is
Omdat hij de laatste tijd grapjes begint te maken
Omdat hij nieuw ontmoette mensen ineens gaat knuffelen
Omdat hij het uitschatert bij Buurman en Buurman
Omdat hij met zijn koptelefoon op keihard meedoet met Mickey Mouse clubhouse, of Dora.
Omdat hij zo intens kan genieten van zijn toetje met chocoladebolletjes
Omdat hij zo enthousiast kan worden van kleine dingen
Omdat hij mij leerde dat het ook anders kan
Omdat ik door hem anders naar kinderen ben gaan kijken
Omdat ik door hem een beter mens werd

Dat is waarom ik van hem hou.
Tot aan de maan en de sterren en ver daar voorbij.

Omdat zij me leerde dat een bevalling ook mooi kan zijn
Omdat zij me leerde dat ik best een kind kan opvoeden
Omdat ze haar grote broer helpt bij zijn veters strikken
Omdat ze zo heerlijk op de bank in slaap kan vallen
Omdat ze je stevig vast kan pakken en kan zeggen: Ik hou ZOveel van jou
Omdat je dat ook voelt in je hart
Omdat ze je in de armen vliegt als je haar ophaalt uit school
Omdat ze zorgzaam is
Omdat ze lief is naar andere kleine kindjes
Omdat ze zegt tegen broer:"geeft niks hoor" als hij zijn excuus aanbiedt omdat hij haar pijn deed
Omdat ze 's morgens bij je in bed komt liggen en je knuffelt
Omdat ze zo heerlijk kan tutten met haar lipgloss
Omdat ze zelf wil bepalen wat ze aan trekt
Omdat ik geen kleren voor haar hoef te kopen als ze er niet bij is
Omdat ze die dan absoluut niet aan trekt
Omdat ze zo heerlijk met haar kontje schudt als ze danst
Omdat ze lang kan blijven zitten als ik haar haren doe
Omdat ze visjes en zeesterren durft op te  pakken
Omdat ze zo kan genieten van alle soorten fruit.
Omdat ze haar broer vergezelt naar boven omdat hij niet alleen durft te gaan
Omdat ze zichzelf aankleedt omdat ze merkt dat wij druk zijn met broer
Omdat ze zo'n doorzetter is
Omdat ze een grote spin durft aan te raken
Omdat ze zo ontzettend boos kan kijken en kan stampvoeten
Omdat ze hele wijze dingen zegt
Omdat niemand gelooft dat ze zo opstandig kan zijn
Omdat zij me leerde dat ieder kind iets anders nodig heeft

Dat is waarom ik van haar hou.
Tot aan de maan en de sterren en ver daar voorbij.