Toen we 2 jaar geleden met J de diagnostiek in gingen was dat via een diagnostisch centrum bij ons in de buurt. Een heel mooi, licht en modern gebouw waarin ook een huisarts, apotheek, consultatiebureau en poliklinieken zitten. De drempel om daar naar binnen te stappen was enorm laag, de medewerkers jong en altijd belangstellend. Nooit hadden we het idee daar te veel te zijn; afspraken duurden met gemak dubbel zo lang als er gepland stond.
Maar toen gingen we 'over' naar de psychiater in een groot universitair ziekenhuis. De eerste keer dat we daar naar toe moesten was best spannend. We wisten niet wat ons te wachten stond, wat J zou laten zien tijdens de testen. Maar waar we ons in hadden vergist was de manier waarop alles bij ons 'binnen' kwam toen we daar het ziekenhuis betraden. Het ziekenhuis is op zichzelf al inmens groot. Een parkeergarage van wel 5 lagen, massa's mensen en doktoren in witte jassen die af en aan lopen. De afdeling is ver weg gelegen, aan het eind van lange, lange gangen. Alsof het ver weg gestopt moet worden in het doolhof van afdelingen. Daar liepen we dan met onze kleine hummel in een ziekenhuis wat ons jammer genoeg niet vreemd was maar wel richting een afdeling waar we nooit gedacht hadden te moeten zijn. We liepen de laatste deuren door, alsof we ergens aan het eind van het ziekenhuis waren beland en daar, boven de ingang van de afdeling stond in gigantisch grote letters dat woord, dat woord dat je niet wilt associeren met je kleine vent van 5 jaar, dat woord dat keihard en recht door mijn ziel ging: PSYCHIATRIE. We moesten op dat moment letterlijk even slikken. Mijn man vroeg me of we niet gewoon rechtsomkeert konden maken. WE WILDEN HIER HELEMAAL NIET ZIJN! Dat gevoel werd nog aangewakkerd door de sfeer die hangt op de afdeling. Het is nou eenmaal een oud (deel van het) ziekenhuis, er ligt muffige en bedompte vloerbedekking, er is geen daglicht. Het plafond is laag. Echt een beeld van een psychiatrische afdeling in een hele slechte film. En wij voelden ons ook meespelen in die slechte film. Jammer genoeg was het geen film. Het was de realiteit. De betrokkenheid van het diagnostisch centrum was hier minder te voelen. Hier waren we meer een nummer, een nieuw patientje voor een test en dan stond de volgende alweer klaar.
De rest van de dag waren we best van slag. Het had enorme indruk op ons gemaakt. Toen niet wetende wat ons nog allemaal te wachten stond. Maar dat terzijde. We zijn nu een jaar en vele bezoeken aan de afdeling verder. Gelukkig hebben we nu een psychiater bij wie we het gevoel hebben dat hij betrokken is en niet op de tijd let als we met hem zitten te praten. Maar dat bord, dat vreselijk grote bord boven de ingang van de afdeling (waarom moet dat zo groot zijn eigenlijk? voor wie is dat nodig?). Iedere keer als we daar onderdoor lopen dan doet dat wat met me, een onbehaaglijk gevoel bekruipt me iedere keer weer. Dat bord met dat woord, psychiatrie; dat went nooit!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten