Op vakantie is alles anders.
De geluiden, de geuren en de omgeving zijn anders.
Je bed is anders, de wc, de badkamer en vaak het eten
ook.
De mensen die je ziet, je vriendjes, de activiteiten en
de dingen die je onderneemt. Allemaal anders.
Dat ándere is voor veel mensen fijn, geeft het ware
vakantiegevoel. Even helemaal uit de eigen omgeving zijn is ontspannend. Even helemaal
niets hoeven, leven bij de dag. Niets hoeven plannen. Dat is zoals we vakantie
graag zien. Alles een tandje lager. Zorgen even thuis laten. Geen stress.
Maar wat nou als je die zorg niet thuis kunt laten? Omdat
die zorg gaat over je eigen kind? En je kind vanwege zijn autisme helemaal niet
houdt van al die veranderingen?
Dan nemen we dus zoveel mogelijk vertrouwde spullen mee
van thuis.
Het muziekdoosje, zijn knuffelberen, de aapjeswekker,
boekjes, speelgoed, zijn time timer.
En houden we zoveel mogelijk rekening met hetzelfde eten,
dezelfde rituelen, dezelfde structuur.
Ja, zelfs hetzelfde vakantieadres als vorig jaar. Voor
zoveel mogelijk herkenbaarheid. Èn omdat het toen zo goed bevallen was.
En we hebben zijn pictogrammen meegenomen. Met alle goede
bedoelingen.
Maar er zijn zoveel momenten dat we niet precies weten
hoe de dag eruit ziet ondanks alle structuur die we proberen te handhaven. Dus
is er de eerste dag volledige ontreddering bij hem te zien. De hele omgeving
lijkt op hem af te komen. Hij is totaal verloren in zijn nieuwe wereld. Dat vraagt
van ons geduld en begrip en geeft zorg en een bepaalde mate van stress.
En als er dan geslapen moet worden en dat thuis al een probleem
is? Ja, dan wordt het wel een lastig verhaal. En we waren zo goed voorbereid.
We hadden vuilniszakken mee om zijn ramen te blinderen tegen invallend
zonlicht. We hadden voldoende melatonine en hanteerden hetzelfde bedritueel.
Het kon allemaal niet voorkomen dat we avond na avond druk waren om te zorgen
dat hij de slaap zou pakken die hij zo hard nodig heeft. Hij bleef vaak wakker
tot middernacht of later. Ik gunde hem dan een plek naast papa door in zijn bed
te gaan liggen of papa lag eerst een uurtje bij hem. En dan waren we ’s morgens zoekende naar een balans
tussen uitslapen of wakker maken voor zijn medicatie. Tot we erachter kwamen
dat daar het verschil niet in zit. En uitslapen duurt bij hem overigens ook
nooit zo lang.
Dat slaaptekort ging zich natuurlijk al snel wreken. Dus ging alles
fijn en gezellig zolang we hem zijn gang lieten gaan. Zo lang hij kon struinen
over de camping met Zus of op zoek kon naar vriendjes. Maar o wee, als er iets
niet ging zoals hij dat wilde. Alles wat hem gevraagd werd was een NEE! met vaak
een, “Ik ga je slaan.” erachter aan. Soms probeerde hij dat laatste ook
wel eens bij ons. Vaker sloeg hij zijn zus. Er waren heftige en overdreven huilbuien om kleine teleurstellingen en
agressieve uitspattingen om ogenschijnlijk onbelangrijke redenen. Er waren dus
veel ongezellige momenten. Veel redenen tot zorg. Zorg die niet thuis
gelaten kon worden.
Hebben we dan een rotvakantie gehad? Echt niet! Het was
heerlijk. De kinderen hadden het allebei erg fijn. Hoewel er vaak werd gezegd
dat ze toch wel erg verlangden naar hun eigen bedje. Maar het was super om te
zien hoe snel ze allebei vriendjes maakten en daar allebei op hun eigen manier
mee om gingen. En ze speelden veel op de camping dus was er echt wel tijd voor
papa en mama. Voor een boek of even helemaal niets. Het weer zat ons voor de
verandering eens mee. Dat maakte ook veel verschil.
En ik besef ook heel goed dat er veel gezinnen zijn waar
op vakantie gaan helemaal niet kan. Juist omdat die veranderende omgeving
zoveel invloed heeft op het gedrag. Omdat het niet haalbaar is. Wij hebben het
ook besproken. Ons afgevraagd wie we hier nu een plezier mee doen. Maar hij
geniet tussen al die frustratie door ook enorm van alle leuke dingen en daarom
is het wel goed zo.
Dus ik klaag niet. Ik geniet!
En ik probeer de zorgen
tijdens deze vakantie een plekje te geven. Te accepteren dat dit dus eenmaal zo
is. Net zoals we dat de afgelopen jaren al met zoveel andere dingen hebben
gedaan. Accepteren dat hij naar een andere school gaat. Accepteren dat hij met
peuterspeelgoed speelt.
Accepteren dat hij bij bepaalde vaardigheden blijvend
geholpen moet worden. Accepteren dat hij niet zonder medicatie kan.
Accepteren,
accepteren, accepteren…
En ik bedenk dat we trots mogen zijn dat we twee mooie
spontane kinderen aan het grootbrengen zijn. Hoe moeilijk dat vaak ook is.
Zèlfs (of juist!) op vakantie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten