Het is vroeg in de morgen.
Ik word gewekt door de geur van olie en rozijnen. Mijn moeder is in de keuken druk in de weer met het bakken van oliebollen en appelflappen.
Later vandaag, als de schalen met bollen en flappen op tafel staan te geuren, zullen we ons nette pak aantrekken. Familie komt over de vloer. Het is gezellig druk in huis.
We spelen kaartspelletjes. Paardenrennen is een groot succes. Mijn broer en ik kunnen daar aan mee doen. De tandenstokers dienen als inleg.
Of de dubbeltjes uit mijn vaders spaarpot, dat weet ik niet meer precies.
We spelen muziek en nog een spelletje. Er wordt veel gelachen.
En al die tijd op de achtergrond dat geluid.
Het geluid van vuurwerk.
Knallen zijn ver weg, dan weer dichtbij.
Af en toe een vuurpijl. Ineens een duizendklapper.
Het geluid is een soort van constante bewustwording van het naderende oud en nieuw.
Je voelt de sensatie van de ontknoping om 12 uur.
We moeten nog even naar bed. Straks voor twaalven worden we wakker gemaakt.
Ik had altijd wat angst voor vuurwerk. Durfde nooit naar buiten.
Samen met mijn oma keken we dan uit het zolderraam naar de kleurige fonteinen in de donkere nacht.
Ik kan die sfeer nog oproepen. Het gevoel.
Zo werd bij ons oudjaar gevierd.
Traditie.
En tradities zijn er om te houden.
Dacht ik altijd....
Tot je een kind krijgt dat bang is.
Niet een beetje bang, zoals ik vroeger.
Nee, pure extreme angst.
Angst die komt uit zijn tenen. Die hem doet trillen als een rietje.
Angst die hem doet wensen naar een diep donker plekje onder de grond.
Angst die ons tot wanhoop en onmacht drijft.
Angst die je tranen bezorgd.
Angst waar je hem in die vroege jaren niets over kunt uitleggen.
En later angst die hem vragen doet stellen waarop jij geen bevredigend antwoord kunt geven. "Wanneer stoppen ze?" "Hoe lang duurt het nog?" "Waarom steken ze vuurwerk af terwijl het nog niet mag?"
En nu proberen we het hem te laten snappen. Dat het gewoon papier is, met wat poeder erin.
Dat de sterretjes die zus wil afsteken dezelfde zijn als die in het ijsje zaten dat hij toen in het restaurant kreeg.
Maar de vragen blijven komen. "Als we thuiskomen hoe moet dat dan als we gevangen zitten in de auto? Want als we de auto uitstappen krijgen we vuurwerk op ons hoofd."
"Laat de deur dicht mama, anders komt er vuurwerk in huis en krijgen we brand."
En dan wordt hij ineens gillend en roepend wakker. "ZUS MAG GEEN STERRETJES DOEN. IK WIL NIET DAT ZE DOOD GAAT!"
We kregen voor dit jaar een uitnodiging van lieve vrienden van ons.
Om oudjaar samen te vieren en dan aan te passen aan wat J nodig heeft. Maar we weten inmiddels uit ervaring dat het niet werkt om visite te hebben als we zijn angsten moeten opvangen.
Dat we er de hele avond moeten zijn, voor hem. Voor zijn angst.
En dat we dat graag doen omdat we er alles aan willen doen om die vreselijke angst de baas te kunnen zijn.
Dus voor ons voorlopig geen drukte in huis op oudejaarsavond. Geen mensen over de vloer.
Niet ontspannen toeleven naar dat moment waarop in de rest van de wereld feest wordt gevierd.
Maar vooral geen lol meer beleven aan het toenemend aantal knallen dat voor mij altijd symbool stond voor de viering van de jaarwisseling. Vuurwerk hoeft voor mij niet meer zo nodig.
De boom in met oude tradities. Weg met die angst!
Wij creƫren onze eigen tradities wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten