maandag 28 januari 2013

Vriendje!

Zomaar een zondagmiddag, zomaar een zwembad. Twee jongetjes, allebei 'anders'. Bij de een zie je het aan de buitenkant, bij de ander zie je het alleen als je goed kijkt. Ze spelen samen en hebben plezier. Geen oog voor elkaars 'anders zijn', geen oog voor wat er om hen heen gebeurt.

J zit op zwemles. Het is niet de standaard zwemles die de meeste mensen kennen. Daar is hij wel begonnen, zeker. Maar al na een paar maanden had hij 'achterstand', begon de meester hem steeds vervelender te vinden. J deed immers niets zodra meester zich omdraaide. J heeft die lessen heel wat af gehuppeld, heen en weer, tot de lijn en weer terug. Jammer, want hij was al heel vroeg watervrij. Springt zo het water in. Dus na een paar maanden zijn we overgestapt naar een andere zwemschool. Individuele aanpak, geen druk, tempo naar kunnen (dus niet eindeloos in een groepje) en vooral veel plezier. Het oefenen gaat in fasen. Eerst in een klein groepje in een klein bad, daarna meters maken met een ouder in het water erbij. Afgewisseld met de glijbaan of de duikplank. Al na twee lessen zonder zwembandjes en de diploma-eisen zoals vroeger. Ideaal! Niet dat het nu sneller gaat, hij is incl. de vorige zwemschool nu 17 maanden bezig en er is nog geen diplomazwemmen in zicht. Maar dat ligt niet aan de zwemschool. Was hij bij die andere gebleven dan zat hij nu nog steeds in het ondiepe. J kan nu redelijk zelfstandig boven blijven en zich redden mocht hij ergens te water raken. Dat is het belangrijkste. Te samen met het plezier dat hij eraan beleeft.

De zwemschool, zul je begrijpen, trekt met deze aanpak allerlei soorten kinderen aan. Kinderen die het in het reguliere niet redden, of broertjes en zusjes daarvan (Zus begint in maart ook bij deze zwemschool, terwijl zij het in het regulier best zal redden. Maar ik ben gewoon erg tevreden). Zo is er ook een jongetje met het syndroom van Down. Het is een guitig joch dat nogal eens de boel op stelten zet door de badmeester in het water te gooien oid. Een poosje geleden kwamen J en dat jongetje elkaar toevallig tegen op de glijbaan. J, moet je weten, is dol op vriendjes. Al van jongs af aan is hij erg gericht op andere kinderen en maakt hij makkelijk contact. Hij is heel sociaal, kan makkelijk delen. Hij heeft wel wat eigenaardigheden daarbij. Hij kan een kindje erg claimen. Zodra hij een vriendje heeft laat hij dat niet meer los. Wat zo'n vriendje op gegeven moment natuurlijk wel benauwd. We zijn al jaren bezig J uit te leggen dat kinderen ook hun eigen ruimte nodig hebben en dat je een vriendje ook soms zijn eigen gang moet laten gaan.
J maakt het niet zo veel uit aan wie hij zich bindt. Als hij besluit bij iemand te gaan spelen dan gaat hij zijn hele klas af net zo lang tot hij iemand gevonden heeft die kan en wil. In de kleuterklas had hij nog wel vaste vriendjes, die zijn hem aan het ontgroeien. Ze willen niet meer. Van juf hoorde in onlangs dat J in de pauze vaak alleen speelt. Mensen die J kennen weten dat dit niet vrijwillig is, toen ik dit van juf hoorde deed dit me dan ook erg veel pijn. Er zijn steeds minder kindjes die J vragen voor een speelafspraakje en zijn laatste kinderfeestje is alweer een poos geleden. J vindt iedereen lief. Ziet niets aan kinderen die stiekem of gemeen zijn. Alleen de kindjes die hem pijn doen zijn de kindjes die niet aardig zijn (en dat zijn er in zijn klas gelukkig niet veel).

Enfin, sinds J dus met het jongetje in de glijbaan is geweest is er contact ontstaan tussen die twee. J heeft dus nu een vriendje zegt hij. Hij heeft het voorafgaand aan het zwemmen al een paar dagen over zijn nieuwe vriendje. Hij kijkt er steeds naar uit om met hem te spelen. Gisteren trok hij Vriendje bijna uit de 'zwemles'. Vriendje moest nog een baantje. Vader, meester en ik stonden erbij maar dat deerde J niet Vriendje te vragen mee te gaan van de glijbaan. Hij zou het wel effe regelen. Zich niets aantrekkend van de volwassenen eromheen. Uiteindelijk moest Vriendje nog een baantje en natuurlijk ging J dan ook mee (terwijl hij net stellig was, hij zou niet meer gaan). Daarna hebben die twee erg leuk met elkaar gespeeld. Vader en ik eromheen, toekijkend of alles wel goed verloopt. Vriendje is namelijk erg groot en stevig en sterk. J is onhandig en wild. Maar het gaat wonderwel goed. En ze hebben plezier!

Ik heb J de vorige keer gevraagd of hij iets ziet aan Vriendje. Of hij anders praat of doet. Maar J ziet in hem gewoon een vriendje, gewoon een jongetje zoals elk ander jongetje. Ik weet niet vanaf welke leeftijd ongeveer het besef bij kinderen komt dat er ook kinderen zijn die 'anders' zijn, zoals dit vriendje. Een leerling van mij heeft een gehandicapte broer en de kinderen in de groep zijn zich daar wel degelijk van bewust,vinden hem raar. En dat zijn kinderen van 7-8 jaar. J is 6 en zijn ontwikkeling is op veel punten niet naar zijn kalenderleeftijd maar (veel) jonger. Dat zorgt voor  problemen op allerlei gebieden. Maar laat dit dan zo'n 'achterstand' zijn die hem zoveel meer geeft. Want wat betekent dit voor Vriendje? Het feit dat J hem ziet als een jongetje met wie hij gewoon kan spelen, zonder iets over hem te denken of vinden? En andersom! En wat geeft dat J voor rol in de samenleving? Dat is toch iets om te koesteren, om blij mee te zijn! Deze twee kinderen geven elkaar iets wat van onschatbare waarde is en waar veel mensen vandaag de dag ontzettend veel van zouden kunnen leren. Open staan voor elkaar zonder oordeel of mening. Dus waar Martine Delfos beschrijft hoe je kunt omgaan met vertraging op verschillende ontwikkelingsgebieden, hoop ik dat J dìt vasthoudt. Dat hij dan naar andere mensen en kinderen misschien naïef zal zijn, maar dat dit de andere kant is. En die is zoveel mooier!

Zomaar een zondagmiddag, zomaar een zwembad. Twee jongetjes die zich niets aan trekken van elkaars anders zijn. Ze hebben plezier zoals vriendjes dat kunnen hebben. En ik aanschouw en gloei van trots en warmte! Hij heeft nog zoveel moois te bieden.

4 opmerkingen: