zaterdag 12 september 2015

Verhaaltje

"Er was eens een jongetje dat J heette. Het was het aller-allerliefste jongetje dat ik ken. Het was een vrolijk ventje en hij wilde niets liever dan laten zien wat een prachtig ventje hij was.  Hij wilde zo graag lief gevonden worden. En dat lukte meestal heel goed. Omdat hij zo ontzettend zijn best deed. Maar thuis was zijn lief doen dan op. En was hij vooral boos en lukte het hem niet om te luisteren. Het lukte hem niet om zijn lijf naar zijn hoofd te laten luisteren. Dat kwam omdat er iets in zijn hoofdje zat wat het allemaal verpestte. Het jongetje had het beste doorzettingsvermogen wat ik ooit bij een jongetje had gezien. Gewoon omdat hij maar bleef proberen en proberen. Zelfs als het steeds maar moeilijk bleef. En de mensen om hem heen probeerden hem te helpen. Hij kreeg pilletjes en zijn papa en mama leerden hoe ze hem het beste konden helpen. Want ze wilden hem zo graag helpen, zo graag zien dat ze het allerliefste jongetje van de wereld hadden. En heel heel heeel langzaam ging het een beetje beter met dat jongetje. Niet meteen, daarvoor was het te lastig. Maar omdat hij zo goed volhield ging het steeds en steeds een beetje beter. Hij hoefde op het laatst zijn pilletjes niet meer. En thuis kon hij ook vrolijk zijn en laten zien wat zijn papa en mama al heel lang wisten. Dat hij een ontzettend heerlijk ventje was. En hij kon goed luisteren en zijn lijfje deed precies wat zijn hoofd wilde. En hij werd nog maar heel af en toe boos." 

Met grote ogen en volle aandacht had hij al die tijd geluisterd naar mijn verhaaltje. "Mooi mama", zei hij met een glimlach. Toen bleef het even stil en zei hij uiterst serieus:
"Maar dat laatste stuk klopt niet. Want het gaat nog helemaal niet goed." 

"Het komt ventje, het komt echt."